In de schoorsteen komt de afsluitklep, te zien als een glimmend puntje links van de schoorsteen, die er voor zorgt dat de warmte niet door de schoorsteen kan weglekken wanneer de kachel niet meer brandt. Over het geheel is het zaak de warmte zoveel mogelijk in de kachel te houden. Alle isolatie en afsluitbare kleppen zorgen er voor dat de warmte slechts langzaam wordt afgegeven aan de kamer. In de schoorsteen komt ook een veegluik. Bij het vegen moet uiteraard de klep open staan, sommige schoorsteenvegers hebben dit niet in de gaten...
Als de kachel is afgebouwd, wordt hij gestuct. Om scheuren en afbrokkelen van de leemstuclaag te voorkomen, wordt op de hele kachel, op een eerste dunne natte stuclaag, stucbewapeningsfolie aangebracht. Ik heb daarvoor polyesterbehang gebruikt. De kachel wordt gelukkig niet zo heet van buiten dat dit zou kunnen smelten. Daarop komt een dikkere raaplaag en daarna de afwerklaag van fijngemalen leem met pigmenten. De asladedeur en de stookdeur worden pas na het stucken geplaatst.
Vorige: Leemkachel stap 11
Volgende: Leemkachel stap 14