Hier zijn de tegenstroomkanalen aan de zijkanten en het achterste opgaande rookkanaal goed te zien. Tussen de kachel en de buitenmuur wordt isolatie aangebracht. De tegenstroomkanalen zijn wijder dan het opgaande kanaal waardoor de rookgassen er langer verblijven en er meer warmte aan de ombouw kan worden afgegeven. De hele kachel houdt de warmte vast om die af te geven wanneer de kachel al lang niet meer brandt. Ook bovenop de stookruimte wordt isolatie aangebracht en wordt ruimte gecreëerd voor de binnenkachel om uit te zetten. De kachel kan een temperatuur van meer dan 1100 graden Celcius bereiken en zou zonder meer in staat zijn de ombouw uit elkaar te drukken.
Vorige: Leemkachel stap 4
Volgende: Leemkachel stap 6