Ik denk dat ik volkomen toevallig ben geboren. Ik denk dat niets of niemand enige bedoeling heeft of heeft gehad met mijn leven. Ik twijfel er ook sterk aan of mijn ouders toen ze mij verwekten er ook maar één seconde aan hebben gedacht wat er later van mij zou moeten worden. Volgens mij hadden ze zin in seks en meer niet. Ik denk ook dat er geen goden of andere entiteiten zijn die iets met mijn leven voor zouden hebben, of dat ik verantwoording verschuldigd ben aan hogere wezens. Ik heb te maken met de mensen, dieren, planten en alles om mij heen hier en nu en daar houdt het mee op. Verder ben ik van mening dat ik pas begon te leven na mijn verwekking en dat ik als ongeborene niet als 'ziel' heb bestaan, laat staan keuze's zou hebben gemaakt ten aanzien van geboorteplaats, ouders, levensopdrachten, lessen of wat dan ook in dit leven. Ook geloof ik niet in een leven na de dood. Dat lijkt het gemeenste chantagewapen dat ooit is uitgevonden. Dat mijn leven pas echt zou beginnen na mijn dood betekent dat ik tijdens mijn hele leven heerlijk uitgebuit kan worden door degenen die dat bedacht hebben. Het is een vorm van dodelijk hoop, hoop op iets wat nooit zal komen, maar wat mij mijn hele leven in de tang kan houden. Mijn vader is op zijn sterfbed enorm bang geweest. Zijn hele leven heeft hij getwijfeld of hij de hemel uit genade zou ontvangen óf dat hij die had moeten verdienen. Hij is er nooit achter gekomen maar omdat hij wel wist dat als hij het had moeten verdienen er niets van terecht zou komen was hij bang, bang voor de hel. Wat mij betreft stopt het leven bij de dood en houdt alles op. Geen eeuwigheid, geen hemel en vooral geen hel. De enige kans om iets van mijn leven te maken is nu!
Alles in mijn leven is in principe volkomen toevallig en zinloos. De natuur heeft geen bedoelingen, meningen of emoties. Wij dichten de natuur die eigenschappen toe omdat we denken de natuur dan beter te begrijpen maar dat is onzin. We kunnen de natuur juist beter begrijpen als we de natuur zien als een reeks toevalligheden, waar we zelf het product van zijn. Ik ben een onbeschreven blad zonder plicht of schuld. Natuurlijk bepalen familieomstandigheden, afkomst, geboorteplaats en nog veel meer, een groot deel van mijn kansen en karakter. Dat mijn vader handig was en mijn moeder best wel slim heeft mij toevallig zowel handig als slim gemaakt en dat ervaar ik als een voordeel. Het feit dat ik een gezonde blanke, westerse man ben, geeft mij veel meer kansen en privilege's dan wanneer ik bijvoorbeeld een zieke zwarte afrikaanse vrouw zou zijn geweest. Daarvan ben ik mij zeer bewust en daar probeer ik zoveel mogelijk rekening mee te houden en dankbaar mee om te gaan.
Dat ik mijn geloof in een god heb afgezworen ervaar ik als een grote bevrijding. Ik denk dat het te vergelijken is met de bevrijding van het animisme naar het monotheïsme, maar dan als logische vervolgstap in die reeks. Mijn leven is eenvoudiger en overzichtelijker geworden. Het houdt voor mij in dat ik de enige ben die iets van mijn leven kan maken. Het heeft geen enkele zin te hopen op hulp van boven. Dat werkt alleen maar verlammend. Ik kan, als ik dat wil, zoeken naar zingeving en ik zou dat ook niet kunnen doen. Ik ben god noch mens iets schuldig. Als ik dat wil kan ik rekening houden met mensen om mij heen, of ook niet. Het enige wat telt is dat mijn gedrag consequenties heeft. Hoe ik mij opstel tegenover anderen zal ook op mij effect hebben. Als ik mijn leven zin probeer te geven zal ik mij waarschijnlijk beter voelen dan wanneer ik dat niet doe. De principiële zinloosheid van mijn leven maakt het niet makkelijker maar geeft mij wel een grote vrijheid van handelen. Juist door de, soms bedreigende, leegte die daardoor ontstaat ervaar ik ruimte om mijn eigen dingen te doen. Daarin probeer ik afgewogen keuzes te maken.
Geboren in een gereformeerd gezin, met een strenge god op de achtergrond die altijd over mijn schouder meekeek, was ik in mijn eerste bewuste jaren een bang jongetje. Ik besefte dat ik heel slecht moest zijn want ik moest iedere dag om vergeving vragen, ook als ik in mijn ogen niets verkeerds had gedaan. Ik was opgezadeld met een fikse portie erfzonde en moest er rekening mee houden dat die schuld nooit helemaal ingelost zou kunnen worden. Daarom was de here jezus gestorven en dat had mij bevrijd van de zonde. Ik voelde helemaal geen bevrijding, meer een voortdurende chantage en manipulatie. De bevrijding door de here jezus werd wel gepreekt maar o wee, als je je te vrij ging voelen, dan was het hek van de dam. Jezus bevrijdt, maar dat mag je niet leven. In een poging, ongeveer in mijn twintigste levensjaar, om mijn schuld in zijn totaliteit te willen zien, werd ik even stapelgek. Het was teveel. Geen wonder want het grootste deel van die schuld was pure fantasie van anderen. Later heb ik nog geprobeerd tenminste een deel van die schuld in te lossen door gereformeerd jeugdwerk te doen en nog later door in de kerkeraad plaats te nemen, maar vrij of verlost van schuld heb ik mij in die tijd nooit gevoeld. Het leven werd er niet eenvoudiger op.
Toen vele jaren later mijn maatschappelijke wereld instortte, mijn vader overleed, mijn rug brak, ik na vijfentwintig jaar huwelijksellende eindelijk de moed opbracht weg te gaan en daarna mijn oudste dochter door een ongeluk overleed was voor mij de maat vol. Het moest anders in elkaar zitten dan mij altijd verteld was. De druppel die de emmer deed overlopen was toen mijn toenmalige schoonmoeder ook nog opperde dat de dood van mijn dochter wel eens “een straf van god” zou kunnen zijn omdat ik gescheiden was.
De god van de christenen moest een verzinsel zijn, misschien een noodzakelijk verzinsel in de tijd dat het geloof in die god ontstond, maar in ieder geval niet meer van deze tijd. Ongeveer zoiets als Wodan en Zeus of zo. Inmiddels volkomen achterhaald voor ons, in ieder geval voor mij. Ik besloot dat er voor mij geen christelijke god bestond, maar ook geen andere goden. Ik heb ze veilig opgeborgen in het museum waar ook de andere goden uit de oudheid te vinden zijn. Ik besloot dat mijn leven niet voorbestemd was tot iets, dat er voor mij niet een taak was “weggelegd” en geen "opdracht" te vervullen. Ook geen reïncarnatie waarbij ik voor mijn geboorte bepaalde besluiten zou hebben genomen ten aanzien van bepaalde leerpunten in “dit” leven, alsof er nog meer levens zouden bestaan. Nee, voor mij is alles zinloos en volkomen toevallig. En als ik wil kan ik er mijn zin aan geven. Ik kom er nu achter dat mijn leven veel eenvoudiger is dan ik altijd had gedacht. Het hele godsdienstige verzinsel kan ik achter me laten. Ik mag zelf weten wat ik met mijn leven wil.
Ik ben nog steeds, of eigenlijk opnieuw, kerkorganist en maak met veel plezier muziek tijdens de kerkdiensten. Hoe kan dat nou, atheïst en meewerken aan kerkdiensten? Ook dat is eenvoudiger dan het misschien lijkt. Ten eerste geloof ik in muziek als bindmiddel voor mensen en ik geloof in mensen die willen samenwerken aan een betere wereld, vanuit welke motivatie dan ook. Dat ik niet geloof dat er een god bestaat doet voor mij niets af aan het nut van kerkgemeenschappen. Die vorm van samenwerken heeft mensen eeuwenlang veel goeds gebracht. Natuurlijk is er ook veel misgegaan in kerken, maar beslist niet alleen daar. Ik denk dat de kerken een goede afspiegeling vormen van het totale leven wat fouten maken betreft. Gelovigen zijn niet beter of slechter dan niet-gelovigen. Mensen die elkaar steunen zijn belangrijk. Toen ik in 2015 voor een zware operatie bijna drie weken in het ziekenhuis lag heeft een moslim-vriend naast mijn bed staan bidden. Hij vroeg mij om toestemming en die gaf ik hem. Niet omdat ik in god of allah zou geloven, maar omdat ik in hem geloof die voor mij bidt. Door zijn gebed voelde ik me gesterkt, gesteund en gedragen.
Natuurlijk weet ik niet zeker of het wel echt waar is dat god niet bestaat, toch neem ik het risico. Mijn ontstaan en het ontstaan van de mensheid, het ontstaan van deze aarde en zelfs het heelal is een groot mysterie. Er is al heel veel gezocht naar antwoorden en er is veel gevonden. Toch is dat mysterie nog nooit helemaal opgelost. Je zou zelfs kunnen stellen dat hoe meer we te weten komen, hoe groter het mysterie wordt. Nieuwe kennis roept nieuwe vragen op. Ik verzet mij tegen beweringen van mensen die het ook niet weten en toch van alles bedenken hoe het zou kunnen zijn en vervolgens die gedachte als een waarheid, als een dogma, verkondigen. Vooral als dat inhoudt dat een hele massa andere mensen zich dan aan die dogma's zouden moeten houden. Dat is geen liefde, dat is macht, dat is manipulatie en dat wijs ik af. Macht gestoeld op ongefundeerde aannames en beweringen is zinloos en beschadigend.
Ik heb aan één mysterie genoeg. Ik hoef er als verklaring niet nog een aantal moeilijke en ingewikkelde mysteries en alle bijbehorende plichten en schuldgevoelens bij te hebben. Nu er voor mij geen god meer bestaat ligt de sleutel van mijn leven in mijn hand en die geef ik nooit meer af. Om met de belastingdienst te zeggen: “Leuker kan ik het niet maken, wel heel veel makkelijker”.
Het ontbreken van een dominante pseudowaarheid in mijn leven maakt dat ik zelf veel meer verantwoordelijkheid moet dragen. Als het fout gaat is het mijn schuld. Maar het betekent ook dat ik veel meer ruimte heb. Ik kan niet gemakkelijk tegen de muren van allerlei zogenaamde vaststaande waarheden leunen. Er is geen god die mij beschermt, dat moet ik zelf doen. Er zijn geen ge- en verboden die mijn grenzen aangeven, behalve de afspraken in de vorm van wetgeving die wij mensen onderling hebben gemaakt over de manier waarop wij met elkaar omgaan. Ik kan me niet verschuilen achter grotere krachten die alles hebben voorbestemd. Dat is niet persé leuker maar het ontbreken van al deze verzinsels maken mijn leven wel veel makkelijker en vooral overzichtelijker. Het betekent ook niet dat ik geen normen en waarden zou kennen. Vaak wordt atheisten verweten dat ze geen geweten hebben, dat zou zijn voorbehouden aan mensen die in goden geloven. Ik ben het daar niet mee eens. Toegegeven: ik heb in het gereformeerde nest waarin ik ben opgegroeid een fiks aantal 'christelijke' waarden meegekregen. Maar gezien het feit dat het christendom en het bestaan van goden een verzinsel van mensen is, moet er in mensen wel een geweten, een gevoel voor goed en kwaad bestaan. Anders hadden ze dat ook niet in dat christendom, islam, boedhisme etc. kunnen stoppen. Voor mij is het loslaten van goden een enorme bevrijding, een soort verlichting.
En voor een goed begrip: Dit is slechts MIJN waarheid en niets meer of minder. Van mij hoef je hier niets mee. Als jij vindt dat er wel een God is of Allah of welk ander Opperwezen ook, dien die en wees gelukkig. Het is niet mijn bedoeling om jou iets af te pakken. Lukt het je niet met jouw goden gelukkig te worden, dan is mijn visie misschien iets voor je.
Ik wens je veel geluk en wijsheid.
Willem
Januari 2023