De Hommel heeft een vleugeloppervlak van 0,7 vierkante centimeter en een gewicht van 1,2 gram. Volgens de wetten van de aerodynamica, die in windtunnels aan te tonen zijn, kan de hommel niet vliegen. Haar grootte, haar gewicht en de vorm van haar lichaam in verhouding tot de spanwijdte van haar vleugels, maken dat vliegen onmogelijk is.
Daar de hommel zich deze wetenschappelijke wetenswaardigheden niet bewust is, en over een behoorlijke portie doorzettingsvermogen beschikt, vliegt zij en verzamelt daarbij telkens nog een beetje honing...